Een terugblik op het familieboek Blokhuis, uitgegeven in 1928
Bij veel familieleden zal dit boek niet bekend zijn. Het is de eerste Blokhuispublicatie, verzorgd door Eduard Arthur Ferdinand (1861-1933) van de jongere Nijkerkse Tak-Staak C2.
Het is een lijvig boek met maar liefst 266 pagina’s, gedrukt op zwaar papier en met een prachtige groene omslag met daarop in gouddruk de titel en het zegel van Jacob Rijckszoon van Bluckhuijs uit 1663.
De oplage is zeer beperkt omdat “de inhoud alleen voor belangstellenden onder familieleden van betekenis moet worden geacht,” aldus de auteur.
Dit is niet zo verwonderlijk, want we lezen dat er per 1 januari 1928 35 leden waren, onderscheiden naar 17 contribuanten, 14 begunstigers en 4 donateurs. Contribuant kon je worden door jaarlijks tenminste ¦ 3,00 bij te dragen; begunstiger door jaarlijks tenminste ¦ 6,00 bij te dragen, of een eenmalige som te storten van ¦ 150,00. Donateur tenslotte kon je worden door jaarlijks tenminste ¦ 12,00 bij te dragen, of een eenmalige som te storten van ¦ 300,00. Thans beschikken we over meer dan 300 contribuanten en vrienden van de Stichting met een jaarlijkse bijdrage van € 10,00. Begunstigers en donateurs kennen we nu niet meer.
U ziet: er is geen rekening gehouden met de inflatie!
Hoewel over onze voorzaten weinig persoonlijks bekend is, is in hoofdtrekken wel na te gaan welke toestanden en omstandigheden zich omstreeks 1600 tot 1800 op maatschappelijk gebied en in het gezinsleven zullen hebben voorgedaan. Er volgt een beschrijving van de geschiedenis van de bezittingen, de zindelijkheid, de klederdrachten, de besmettelijke ziekten, de godsdienst, het schoolonderwijs, de belastingen, de rechtstoestand en de waterschappen, alles met vermelding van de nodige bronnen. Het is allemaal zeer interessant om te lezen om een idee te krijgen van de omstandigheden waaronder in de zeventiende en achttiende eeuw de plaatselijke bevolking heeft geleefd. De toenmalige Blokhuizen hoorden tot de welgestelde stand, daar zij veel landerijen bezaten.
(Over de genealogie is in de uitgave “Vier eeuwen Blokhuis” van 1992 uitvoerig geschreven.)
In een ander hoofdstuk geeft Eduard Arthur Ferdinand enige levensbijzonderheden van diverse familieleden. Het voert te ver om er in dit boek gedetailleerd op in te gaan, maar laat ik er geheel willekeurig één noemen. Gustav Gijsbert van 1875 wilde graag zeeofficier worden, maar dat kon in Nederland niet verwezenlijkt worden omdat hij te oud was om toegelaten te worden voor adelborst.
Omdat banden des bloeds hem ook met Duitsland verbonden (zijn moeder was een Duitse), trad hij in 1895 in dienst als Seekadet bij de Duitse marine te Kiel. In 1898 werd hij benoemd tot Unterleutnant zur See, en doorliep hij verschillende rangen van Oberleutnant, Kapitän-Leutnant en Korvetten-Kapitän. Hij heeft verschillende expedities meegemaakt en tijdens WO I was hij eerste officier op de Deutschland, en maakte daarop alle vlootverrichtingen mee, o.a. de Slag bij Jutland. In november 1916 werd hij commandant van de Fürst Bismarck. Hij heeft maar liefst één Russische en vijf Duitse onderscheidingen gekregen. In 1913 werd hij bovendien benoemd tot Commandeur in de Orde van Oranje-Nassau met de Zwaarden, een Nederlandse onderscheiding dus. Hij mocht slechts 43 jaar oud worden en is in Kiel begraven. Verder schrijft de auteur o.m. dat Gustav een man met voortreffelijke omgangsvormen was, nuchter van opvatting en doortastend van optreden.
“Zij die Gustav persoonlijk gekend hebben zullen zich zijner herinneren als een der beste en beminnelijkste leden der familie.” (Uit de Amsterdamse tak.)
Een terugblik op zijn loopbaan brengt de spreuk te binnen: Een dapper man vindt overal zijn vaderland. Dan is er een hoofdstuk over de verwante families.
“Waar in de stamlijst de nakomelingen van vrouwelijke leden der familie niet worden vermeld, zijn de gegevens dienaangaande voor zover beschikbaar opgenomen in dit deel.”
Op dit punt is er met de huidige wetgeving wel het een en ander veranderd. Het boek beschrijft ook de vaste goederen en gronden van familieleden, gerangschikt naar woonplaats. Vaak wordt nauwkeurig omschreven wie de vorige eigenaars waren en welke Blokhuizen de nieuwe. Met daarbij soms een gedetailleerde omschrijving van het onroerend goed. Bijvoorbeeld: Bloemerwaard in Bunnik: een herenhuis met tuinmanswoning en schuur, stal en koetshuis, tuin met druivenkast, boomgaard en wandellaan, benevens portierswoning met schuur en verdere gebouwen en getimmerten, staande en gelegen enz. enz., groot 6 HA, 40 A, 20 CA, en nu komt het: koopprijs: ¦ 21.500,00, waarbij aangetekend moet worden dat de overschrijving in 1899 plaatsvond.
De bezittingen in Bunschoten zijn onderverdeeld in: in of bij de stad, in de Bickerspolder, de St. Nicolaaspolder, Nieuwe Oosterpolder, Noorderpolder, Veenpolder en nabij de Bonte Poort, namen die bij de Bunschoten/Spakenburgse families bekend in de oren zullen klinken.
In Lisse had onze familienaam grote bekendheid dankzij de activiteiten van de gebroeders Blokhuis.
Het totale oppervlak van de vaste goederen bedroeg 19 HA, 63 A en 55 CA verdeeld over 74 kadastrale percelen. Van verschillende eigendommen worden ook foto’s getoond.
Ik weet zeker dat de bezittingen van onze huidige generatie misschien minder in omvang zijn, maar meer in aantal.
Blokhusiana is een bijzonder hoofdstuk waarin diverse dingen over familieleden worden opgetekend. Zoals een grafologisch onderzoek op grond van handschriften van enkele voorvaderen en het resultaat daarvan.
Verder een gespecificeerde grafrekening uit 1826 uit Lisse, persoonlijke herinneringen aan enkele familieleden n.a.v. hun overlijden, hoe Wouterus als bestuurder van het Speulderbosch in Putten de Koningseik redde toen deze door kwajongens in brand was gestoken en hoe Isaäk als kerkenraadslid in Nijkerk getracht heeft drie grote en twee kleine kerkkronen, benevens ander koperwerk, voor verkoop te behoeden. Helaas mocht het niet baten: met twee stemmen tegen werd toch tot verkoop besloten.
Bij dit beknopte overzicht wil ik het laten.
Doel van deze terugblik is om u ervan in kennis te stellen, en als u serieus geïnteresseerd bent in het boek van E.A.F. Blokhuis, dan kunt u een van de exemplaren tegen een bruikleenovereenkomst ter inzage krijgen.
Hiervoor kunt u contact opnemen met onze archivaris. Dit kan via het contactformulier of via archivaris@blokhuisstichting.nl.
Dit artikel werd geschreven door Cornelis (Cees) Blokhuis, GDnr. 2237 van de Bunschoter Tak-Staak E3.2.3. Het komt uit het boek Honderd jaar Familie Blokhuis Stichting.
Het werd geüpdatet door Sylvia van Halteren-Blokhuis.
